U heeft een nieuw kunstgebit dat prachtig oogt en comfortabel draagt: een waar kunstwerk eigenlijk. Om die lach die gezien mag worden ook te behouden, is het verstandig om de informatie op deze pagina te lezen.
Wat kunt u zelf doen? Maak uw kunstgebit goed schoon Het is belangrijk dat u uw nieuwe kunstgebit na iedere maaltijd goed schoonmaakt. Na een paar uur dragen komen er, net als bij natuurlijke tanden, voedselresten en bacteriën op uw kunstgebit. Bovendien kan een kunstgebit verkleuren door nicotine, thee, wijn, enzovoort. U kunt uw kunstgebit schoonmaken met een protheseborstel en zeep, of met een speciaal prothesereinigingsmiddel. Gebruik nooit heet water of agressieve schoonmaakmiddelen, zoals vloeibaar schuurmiddel, bleekwater of tandpasta.
Masseer uw kaken regelmatig U houdt uw kaken in betere conditie als u elke keer na het schoonmaken van uw kunstgebit, het tandvlees van uw boven- en onderkaak reinigt. Dit kunt u het beste doen met een zachte tandenborstel. Zo masseert u ook uw kaken, wat de doorbloeding bevordert.
Doe ’s nachts uw kunstgebit uit Doe uw kunstgebit, in ieder geval het ondergebit, ’s nachts uit. Het inhouden van het kunstgebit kan leiden tot verminderde doorbloeding van het slijmvlies. Hierdoor slinkt het bot van de onderkaak sneller. Het gevolg is dat uw kunstgebit niet goed meer past en gaat irriteren.
De tandprotheticus helpt bij ongemakken Uw kunstgebit is met alle aandacht speciaal voor u gemaakt door uw tandprotheticus. Maar het zijn natuurlijk niet uw eigen tanden; uw kunstgebit blijft een vervanging. Daarom kunnen zich in de indraagperiode problemen voordoen. U hoeft zich hierdoor niet te laten ontmoedigen, vaak lost het zich vanzelf op. Uiteraard kan uw tandprotheticus u bij een ongemak ook helpen.
Pijnlijk tandvlees Omdat het tandvlees van uw kaak teer is, kan een nieuw kunstgebit in het begin irriteren. Zulke pijnklachten verdwijnen meestal niet vanzelf, u kunt het beste teruggaan naar uw tandprotheticus. Die kan de pijn verhelpen door kleine correcties aan uw kunstgebit aan te brengen. Voordat u met pijnklachten naar uw tandprotheticus gaat, moet u uw kunstgebit wel enige tijd gedragen hebben, dan is de plek van de klacht beter te zien. Soms zijn een aantal bezoeken aan uw tandprotheticus nodig om de klacht naar uw tevredenheid op te lossen.
Moeilijk spreken Na plaatsing van uw kunstgebit kunt u tijdelijk wat spraakmoeilijkheden ondervinden. Dit is vaak een kwestie van gewenning. Als u hier last van heeft, raden wij u aan extra te oefenen op woorden en klanken waar u moeite mee heeft.
Moeizaam eten In het begin kan eten moeizaam gaan. Om te wennen aan het eten met een kunstgebit kunt u het beste beginnen met voorzichtig eten, bijvoorbeeld kleine hapjes. In het algemeen geldt dat u met een kunstgebit geen extreme dingen kunt doen. U kunt dus beter niet uw mond wijd openen of uw tong te ver uitsteken.
Smaak verandert In het begin kan uw smaak een beetje veranderen. Na verloop van tijd herstelt dit zich vanzelf.
Meer of minder speeksel De speekselvorming raakt door een nieuw kunstgebit wel eens in de war. U kunt een droge of juist te vochtige mond krijgen. Dit gaat vanzelf weer over. Hoe lang gaat een kunstgebit mee?
De verantwoorde levensduur van een kunstgebit is vijf tot acht jaar. Dit kan individueel heel verschillend zijn. Zodra uw kunstgebit los gaat zitten of pijn gaat doen, is het verstandig om contact op te nemen met de tandprotheticus. Vaak kan de pasvorm met een nieuwe basis(voering) hersteld worden. Laat uw kunstgebit in elk geval jaarlijks controleren.